Inleiding

Doel van deze paragraaf is inzicht te geven in de beoogde stand en de inzet van aan de reserves en voorzieningen van de provincie. Conform de Financiële Verordening Drenthe artikel 10, bieden Gedeputeerde staten in de eerste helft van iedere statenperiode Provinciale Staten een Nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan. Bij zowel de voorjaarsnota’s, bestuursrapportages als de jaarrekeningen monitoren wij de standen en bestedingen van de reserves en voorzieningen en beoordelen wij daarbij of bijstellingen nodig zijn. Dat is nu ook bij deze begroting gedaan. In 2016 zal opnieuw een Nota reserves en voorzieningen opgesteld worden, waarbij tevens de effecten van de volgende fase van de (financiële) doorlichting verwerkt zullen worden.

Wat hebben we gedaan

Wij nemen deze paragraaf op in de Begroting en de Jaarrekening om een zo actueel totaal overzicht te geven. De reserves worden altijd gevormd met eigen middelen en zijn ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven. Voorzieningen kunnen worden gevormd met eigen middelen of met middelen van derden. Voorzieningen die met eigen middelen worden gevormd zijn ter dekking van bestaande risico’s. De voorzieningen die zijn gevormd met middelen van derden hebben een specifiek bestedingsdoel. De provincie maakt onderscheid in drie soorten reserves en voorzieningen.Het onderscheid tussen voorzieningen en (bestemmings)reserves is van belang. In het BBV is het onderscheid gelegd bij de mogelijkheid dat de Staten de bestemming kunnen wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van een (bestemmings)reserve; zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening.

  • algemene reserves;
  • bestemmingsreserves;
  • voorzieningen.

Algemene reserves
Algemene reserves zijn reserves zonder bepaalde bestemming. De algemene reserves kunnen worden ingedeeld in twee categorieën, te weten: Reserve(s) zonder specifieke bestemming. Hiertoe worden gerekend de Reserve voor Algemene Doeleinden en de Saldireserve. Reserve(s) om risico’s die de provincie loopt, op te vangen. Hiertoe wordt de Risicoreserve gerekend.

Bestemmingsreserves
Een bestemmingsreserve is een reserve, waaraan Provinciale Staten een bepaalde bestemming hebben gegeven. Wanneer vanuit deze reserves bedragen beschikbaar zijn gesteld en die bedragen na afloop niet zijn besteed, dan dient in principe het overschot weer aan de betreffende bestemmingsreserve toegevoegd te worden, conform artikel 43 BBV. Het zijn Provinciale Staten die tot deze toevoegingen besluiten. Het beleid ten aanzien van bestemmingsreserves is dat het instellen dan wel opheffen van reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Met het instellen van bestemmingsreserves zijn we terughoudend. In de begroting zijn idealiter alle structurele en incidentele baten en lasten opgenomen, zodat het vormen van een bestemmingsreserve niet nodig is. Toch kunnen er redenen zijn om een bestemmingsreserve in te stellen bijvoorbeeld als de lasten een onregelmatig verloop hebben, er uitgaven voor nieuw beleid zijn in het kader van afgebakende projecten en inzake heffingen waarvan de besteding in wet- en regelgeving is gelimiteerd. In deze begroting zijn dat twee nieuwe reserves, te weten de reserve investeringsagenda en de egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen.

Voorzieningen
Voor de definitie van voorzieningen is binnen het BBV aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek. Voorzieningen zijn passiefposten in de balans, die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum. Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld.

Het totaal overzicht van alle reserves en voorzieningen is opgenomen als toelichting op de balans. In sommige gevallen bestaan de vermeerderingen uit inkomsten ten gevolge van een heffing zoals bij de grondwaterheffing. De saldi aanvang jaar 2015 zijn dezelfde als de eindsaldi in de Jaarrekening 2014 (na bestemming). In de navolgende toelichtingen worden de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt in:
1. algemene reserves
2. bestemmingsreserves
3. voorzieningen middelen derden
4. voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
5. voorzieningen ter egalisering van kosten

050001

Reserve voor algemene doeleinden

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    21.285.331

    19.971.921

     5.271.921

     5.271.921

     5.271.921

Begrote onttrekking (2)

     3.364.380

    14.700.000

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Bestemming resultaat rek. (4)

     2.050.970

Saldo einde jaar (1-2+3+4)

    19.971.921

     5.271.921

     5.271.921

     5.271.921

     5.271.921

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Dit is een vrij besteedbare reserve voor algemene doeleinden. De reserve maakt financieel-technisch deel uit van het weerstandsvermogen van de provincie en wordt gebruikt voor het sluitend maken van de meerjarenbegrotingen, zowel positief als negatief. Voor de opvang van tekorten wordt een maximale omvang van € 5 miljoen nagestreefd. Hierbij verwijzen we ook naar de afgesproken beheersmaatregelen van tekorten.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

De geraamde mutaties zijn het resultaat van de actuele ramingen in de meerjarenbegroting, veelal bedoeld om de begroting sluitend te maken. In 2015 is het rekeningsresultaat 2014 toegevoegd aan de reserve. En is rekening gehouden met de saldi van de Voorjaarsnota 2015 en de eerste t/m vierde begrotingswijziging 2015 en de dekking die daarin is opgenomen. Het surplus wordt in 2016 voor een bedrag van € 14,5 miljoen afgeroomd en overgeheveld naar de van de Reserve investeringsagenda.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Naast de storting van het resultaat over 2014 van € 2.050.970,-- is het begrote overschot van per saldo € 3.364.380,-- toegevoegd.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De begrote toevoeging is gerealiseerd. De bestemming van het resultaat over 2015 kan pas verwerkt worden na vaststelling van de Jaarstukken 2015.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

050002

Saldireserve

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     5.847.410

     6.522.129

     2.057.443

          15.000

                   -

Begrote onttrekking (2)

     5.593.286

     4.489.686

     2.042.443

          15.000

                   -

Begrote toevoeging (3)

     6.268.005

          25.000

                   -

                   -

                   -

Bestemming resultaat (4)

Saldo einde jaar (1-2+3+4)

     6.522.129

     2.057.443

          15.000

                   -

                   -

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Bedragen die worden overgeheveld naar volgende boekjaren worden via deze reserve van het ene naar volgende boekjaren overgeheveld. Overheveling vindt slechts plaats met instemming van PS.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

Overhevelingen zoals opgenomen in de afgelopen jaarrekeningen en bestuursrapportages, waartoe u inmiddels heeft besloten, zijn in dit overzicht verwerkt. 

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Gepland waren diverse overhevelingen vanuit 2014 naar 2015 volgens de Jaarrekening 2014 en de Bestuursrapportages en de Financiële actualisaties. De begrote onttrekking is de toevoeging aan de exploitatie van de overhevelingen van 2014 naar 2015 en de begrote toevoeging is het saldo van overhevelingen vanuit 2015 naar volgende jaren.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De begrote onttrekkingen en toevoegingen.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

050005

Risicoreserve

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

Begrote onttrekking (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (1-2+3)

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

    27.500.000

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

De reserve is bedoeld om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen die niet door een specifieke voorziening of de algemene reserve worden gedekt. Deze reserve is onderdeel van de totale weerstandscapaciteit en wordt betrokken bij de paragraaf weerstandsvermogen.

Instellingsbesluit

Begroting 2008 d.d. 14 november 2007

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

Het huidige risicoprofiel is beschreven in de paragraaf I.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Ons streven is de risico's voldoende te hebben gedekt en de omvang van deze reserve is daar ook op afgestemd.

Nu alle risico's zijn ondergebracht in deze reserve betekent dat niet, dat nu ongelimiteerd risico’s kunnen worden afgewenteld op de risicoreserve. Om op dit punt een goede ‘control’ te handhaven, wordt voorgesteld voor het opvangen van risico’s van het volgende escalatiemodel uit te gaan: eerst dient dekking te worden gevonden binnen het betreffende begrotingsprogramma, dan dekking uit programmagebonden bestemmingsreserves, dan dekking binnen de exploitatie (onvoorzien, resultaat plus of min naar algemene reserve) en dan pas dekking vanuit de risicoreserve. Een onttrekking is op die manier dan meer het resultaat van een uitgekomen risico, dan een politieke keuze.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Er waren in 2015 geen onttrekkingen voorzien.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Er zijn geen onttrekkingen noodzakelijk gebleken.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

060111

Reserve monitoring voormalige stortplaatsen

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     1.148.777

     1.129.833

     1.129.833

     1.129.833

     1.129.833

Begrote onttrekking (2)

          75.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

          75.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

          18.943

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

1.129.833

1.129.833

1.129.833

1.129.833

1.129.833

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

De reserve is ingesteld om onderzoeken, monitoring en beheer van voormalige stortplaatsen te waarborgen. Deze reserve is gevoed uit een extra opslag op de nazorgheffing en is in de Leemtewet gekoppeld aan voormalige stortplaatsen. Momenteel vindt geen heffing meer plaats.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

T. Stelpstra

Teamleider

G. Gjaltema

Programma

Programma 5. Milieu, Energie & Bodem

Product

Product 5.3. Bodemontwikkeling

Toelichting

Deze reserve is gevoed middels de leemtewetheffing. De leemtewetheffing is in artikel 15.44 lid 1c van de Wet milieubeheer opgenomen. Wettelijk is bepaald dat deze heffing uitsluitend bedoeld is voor inventarisatie van voormalige stortplaatsen en onderzoek en monitoring van aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging van deze stortplaatsen. Dit zal ook in de komende periode plaatsvinden voor de (potentiële) spoedlocaties en eventuele herontwikkelingslocaties. Bij het overgrote deel van de voormalige stortplaatsen heeft de bodemverontreiniging geen actuele risico's voor mens en milieu tot gevolg. De aanpak van deze stortplaatsen heeft daarom geen prioriteit.  Zoveel mogelijk vindt de aanpak plaats bij herontwikkeling. Er staan 2 voormalige stortplaatsen op de spoedlijst. In 2016 wordt voor deze voormalige stortplaatsen een besluit ernst en spoed genomen als opmaat naar de aanpak van de spoedlocaties zoals afgesproken in het convenant Bodem en Ondergrond. Om beperkingen in het gebruik van de voormalige stortplaatsen op te heffen is het verbeteren van de afdeklaag nodig. Bij natuurprojecten vrijkomende grond wordt hierbij gebruikt. In 2016 zal deze werkwijze op 1 locatie worden toegepast. Verder is in het kader van herontwikkeling bij 1 voormalige stortplaats een sanering voorzien.  

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Onderzoek bij 2 voormalige stortplaatsen en voorbereiden maatregelen bij 1 voormalige stortplaats.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Onderzoeken zijn in uitvoering, voorbereiding maatregelen is afgerond. Daarnaast is onderzoek gestart naar alternatieve functies van stortplaatsen.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Voor de twee voormalige stortplaatsen die op de spoedlijst staan is bij de begroting rekening gehouden met een ecologisch onderzoek om de risico's vast te stellen. Dat zijn kostbare onderzoeken. Landelijk is een alternatief ontwikkeld, de maatschappelijke afweging, een goedkopere methode. We hebben besloten om daarmee verder te gaan. Dat betekent dat de kosten beperkt konden worden.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

060124

Reserve beheer vaarweg Meppel-De Punt

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     3.288.551

     2.024.123

     2.115.888

     1.807.653

     1.499.418

Begrote onttrekking (2)

     1.465.000

     1.000.000

        340.000

        340.000

        340.000

Begrote toevoeging (3)

                   -

     1.091.765

          31.765

          31.765

          31.765

Begrote lasten programma (4)

     3.718.115

     2.061.350

     2.461.350

     2.461.350

     2.461.350

Te verrekenen apparaatskosten (4a)

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

Btw-derving vanaf 2010 opgenomen (4b)

        340.000

        340.000

        340.000

        340.000

        340.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     3.760.119

     2.061.350

     2.461.350

     2.461.350

     2.461.350

Werkelijke/beoogde apparaatskosten (5a)

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

     1.090.000

Werkelijke/beoogde btw-derving vanaf 2010 opgenomen (5b)

        340.000

        340.000

        340.000

        340.000

        340.000

Begrote baten programma (6)

     3.550.730

     3.450.730

     3.450.730

     3.450.730

     3.450.730

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

     3.793.306

     3.450.730

     3.450.730

     3.450.730

     3.450.730

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4+4a+4b-5-5a-5b-6+7)

     2.024.123

     2.115.888

     1.807.653

     1.499.418

     1.191.183

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het onderhouden van de vaarverbinding Meppel-De Punt.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

H. van den Eerenbeemt

Programma

Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

Product 3.4. Vaarwegen

Toelichting

De reserve is ingesteld om het beheer en onderhoud van de vaarweg Meppel-De Punt te waarborgen. Door het instellen van de reserve worden er geen extra claims op de provinciale middelen gelegd. Met behulp van de Brokx-Nat-systematiek wordt jaarlijks het Meerjaren(groot)onderhoudsplan bijgesteld, waarin de verwachte uitgaven voor het onderhoud aan de vaarweg worden vastgesteld. Het saldo van de reserve moet tot 2024 toereikend zijn om het totale onderhoud uit te kunnen voeren. Na deze periode stopt de bijdrage voor groot onderhoud van het rijk en zal de grondslag van de reserve heroverwogen moeten worden. Als gevolg van de lagere rijksinkomsten (btw-derving ad € 340.000,--) loopt het saldo van de reserve bij deze begrote onderhoudslasten per jaar met € 340.000,-- terug. In 2015 is een bedrag van € 850.000,-- opgenomen voor afstandsbediening op het Noord-Willemskanaal en in 2016 is voorzien in een extra onttrekking van € 650.000,-- In 2014 is gestart met de aanleg van bediening op afstand van bruggen op het Noord-Willemskanaal. Het aanpassen van de objecten zal in 2015 en voorjaar 2016 gebeuren, zodat in het vaarseizoen 2016 de afstandsbediening operationeel is. Op termijn zal deze reserve door de structureel onttrekking wegens btw-derving van € 340.000,-- negatief komen te staan, vanaf dat 2020 is dan voorzien om de btw-compensatie niet meer aan deze reserve te onttrekken indien het saldo dit niet meer toelaat.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Voor 2015 was € 1.250.848,-- aan dagelijks onderhoud gepland. Daarnaast was er aan groot onderhoud € 2.092.267,-- gepland. Het groot onderhoudsbedrag is in de loop van 2015 aangepast met € 100.000,-- voor het aanleggen van een glasvezelbuis voor derden. In de loop van het jaar bleek dat na afstemming met de gemeente het onderhoud aan de beschoeiing van de Drentse Hoofdvaart nabij Meppel ook uitgevoerd moest worden in 2015; de onttrekking aan de reserve hiervoor was € 375.000,--. Het budget bedroeg hierdoor in 2015 € 3.718.115,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Er zijn diverse projecten in 2015 gerealiseerd. De nadruk heeft gelegen op het onderhoud van de oevers en het project Bediening op afstand is voortgezet, met als resultaat een totaal voordeel van € 200.572,--.
 

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De rijksbijdrage voor de vaarweg Meppel-De Punt wordt op basis van indexatie jaarlijks achteraf vastgesteld. In december vond de afrekening plaats met het rijk. De berekende bijdrage viel € 203.000,-- hoger uit dan was begroot dit is de voornaamste oorzaak van het verschil.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

geen

060150

Reserve versterking economische structuur

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     8.490.067

     7.527.357

     6.327.357

     5.327.357

     5.327.357

Begrote onttrekking (2)

        550.000

     1.200.000

     1.000.000

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     3.641.977

     3.841.977

     3.841.977

     3.841.977

     3.841.977

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     4.074.687

     3.841.977

     3.841.977

     3.841.977

     3.841.977

Begrote baten programma (6)

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

          20.000

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     7.527.357

     6.327.357

     5.327.357

     5.327.357

     5.327.357

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het versterken van de sociaaleconomische structuur in Drenthe in brede zin, is gericht op de verwezenlijking van een duurzame economische ontwikkeling. Naast de inzet op de (nieuwe) nationale economische programma’s werken wij aan projecten en initiatieven die bijdragen aan de versterking van de economische structuur en/of de transitie naar de kenniseconomie, maar die buiten de reikwijdte van de nieuwe SNN-programma’s vallen.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

E. Bos

Programma

Programma 2. Regionale economie

Product

Product 2.2. Versterken regionale innovatiekracht

Toelichting

De reserve VES wordt ingezet voor de invulling van de verschillende ruimtelijk-economische (regio)programma’s, projecten gericht op versterking van de economische structuur en ten behoeve van financieel stimuleringsinstrumentarium gericht op het MKB. In de Meerjarenbegroting is structureel een bedrag van € 3.841.977,-- opgenomen voor bijdragen in projecten ter versterking van de economische structuur (deels ook voor Breedband). Verder is in de meerjarenbegroting voor het 2015 € 500.000,-- onttrokken voor een vertaalslag van visies naar concrete projecten die leiden tot werkgelegenheid (het budget Projectenbureau Drenthe). Zoals in de actualisatie van de Kadernota uitvoering RSP (Statenstuk 2010-431) is vermeld, wordt vanuit het programma Versterking Economische Structuur (VES) € 5.000.000,--  bijgedragen aan de Integrale gebiedsontwikkeling Emmen-Centrum (2010 t/m 2020). Vanuit VES is ten behoeve van het project Atalanta, de economie van de verbinding, reeds een bedrag van € 1.823.225,--  bijgedragen. Verder is opgenomen dat het restant, €3.176.775,--, vanuit de VES-middelen is toegevoegd aan de reserve RSP, waarvan € 176.775,-- in 2014 via de exploitatie en € 1.000.000,-- per jaar uit de reserve voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Hiermee is dan voorzien in de bijdrage vanuit de VES-middelen. 

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Starten projecten gericht op versterken van de economische structuur en Breedband voor een totaal bedrag van € 3.641.977,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Een overschrijding van het budget van in totaal € 412.709,--.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Eind 2015 heeft de provincie onder andere bijgedragen aan de regeling Versneller Innovatieve Ambities (VIA-regeling). Dit heeft nog geleid tot een overschrijding.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Geen.

060161

Reserve grondwaterheffing

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

        202.828

        376.266

        376.266

        376.266

        376.266

Begrote onttrekking (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

          99.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

        371.421

        470.421

        470.421

        470.421

        470.421

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

        343.446

        470.421

        470.421

        470.421

        470.421

Begrote baten programma (6)

        700.000

        700.000

        700.000

        700.000

        700.000

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

        746.462

        700.000

        700.000

        700.000

        700.000

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

        376.266

        376.266

        376.266

        376.266

        376.266

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het financieren van de wettelijke taak van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer (waarnemen grondwaterstanden, beheer meetnet, uitvoeren onderzoek etc.). Daarnaast worden de middelen ingezet voor het stimuleren van projecten door derden, gericht op duurzaam grondwaterbeheer. 

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk

Teamleider

C. Hussels

Programma

Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer

Product

Product 4.2. Grondwater en waterhuishouding

Toelichting

De reserve wordt gevoed met de opbrengst van de grondwaterheffing. De Waterwet schrijft limitatief voor waaraan de opbrengst van de grondwaterheffing mag worden besteed. Er is bij het opstellen van de Nota reserve en voorzieningen 2012 gekeken of deze reserve opgeheven kan worden, maar dat bleek toen in strijd te zijn met de wettelijke voorschriften. Wel is afgesproken te streven naar een bufferomvang van € 150.000,--. In 2016 gaan we onderzoeken of de heffing kan worden verhoogd met als doel een bredere inzet van de reserve grondwaterheffing voor het realiseren van KRW doelen.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Regulier onderhoud en beheer grondwatermeetnet, waaronder vervanging dataloggers. Onderzoek en verdrogingsmonitorring natuurgeboeden. Onderzoek grondwaterwinning Assen-West. Bijdragen verleend aan projecten duurzaam waterbeheer (druppelirrigatie, onderzoek sensoren en waterbeheer, maatregelen grondwaterbescherming)

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Conform planning

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Er zijn verplichtingen uit voorgaande jaren vrijgevallen en de opbrengst van de grondwaterheffing was hoger dan geraamd.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

060199

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    25.923.821

    29.120.912

    29.688.977

    29.030.341

    28.129.841

Begrote onttrekking (2)

                   -

                   -

        658.636

        900.500

     2.345.927

Begrote toevoeging (3)

     3.197.091

        568.065

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     6.719.988

     8.599.014

     9.825.715

    10.067.579

    11.513.006

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     6.719.988

     8.599.014

     9.825.715

    10.067.579

    11.513.006

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

    29.120.912

    29.688.977

    29.030.341

    28.129.841

    25.783.914

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Egaliseren van de kapitaallasten van infrastructurele investeringen.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

S.A.B. de Vries

Programma

Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

Product 3.1. Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer)

Toelichting

Geraamd zijn de onttrekkingen ter dekking van de kapitaallasten met betrekking tot investeringen verkeer en vervoer. Het betreffen zowel de investeringen uit het Investeringsprogramma 2010 als de investeringen die gemoeid zijn met het lopende IVV tot en met 2015.
Een investeringsprogramma is gericht op een veilige bereikbaarheid Drenthe. Daarbij hebben we doelstellingen voor het versterken van (inter)nationale verbindingen over spoor, weg, water en lucht en het realiseren en versterken van het regionale netwerk inclusief het toeristisch recreatief gebruik voor fiets , auto, openbaar vervoer en goederenvervoer. Samen met het OV-bureau Groningen-Drenthe wordt ingezet op verdere productinnovatie binnen het openbaar vervoer. Waar mogelijk en wenselijk worden in de verkeers- en vervoerssector innovatieve en energiebesparende maatregelen toegepast.
En samen met onze partners werken we aan een verkeersveilig ingerichte infrastructuur ondersteunt door het Programma Permanente Verkeerseducatie.
De Reserve is een soort egalisatiefonds en wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie van € 9.167.079,--.

Met dit bedrag worden zowel de investeringen IVV oud als de lopende gedekt en de lasten daarvan zijn aflopend. Voor het nieuwe investeringsprogramma kan de vrijvallende dotatie worden ingezet.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

De investeringen Verkeer en Vervoer worden veelal in enig jaar opgevoerd, maar kennen vaak een meerjarige uitvoering. In de Begroting is in hoofdstuk Investering naar nut een overzicht van de lopende en nieuwe projecten opgenomen. Uitloop wordt tijdig in het lopende jaar aangeven en verrekend met de reserve.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

In 2015 is onder meer de nieuwe Pijlebrug inclusief aansluitende infrastructuur als een rotonde en fietsvoorzieningen opgeleverd. In Nijensleek is een fietsoversteek aangepast. Voor diverse projecten, zoals tunnel Brunlaan en rotonde Tynaarlo, zijn de ontwerpen klaar en loopt de planologische procedure.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De planvoorbereiding inclusief inspraakprocedures en de planologische procedure zelf zijn vertraging veroorzakende factoren. 

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Behalve enige vertraging in de realisatie geen inhoudelijk effect.

060211

Reserve vaarverbinding Erica-Ter Apel

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     5.653.346

     1.093.293

     1.093.293

     1.093.293

     1.093.293

Begrote onttrekking (2)

     5.600.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

        450.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

        113.624

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

     1.150.000-

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

        446.429-

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     1.093.293

     1.093.293

     1.093.293

     1.093.293

     1.093.293

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Herstel van de vaarverbinding Erica - Ter Apel.

Instellingsbesluit

Besluit PS Statenstuk 2007-271 d.d. 31 januari 2007

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

G. Jansen

Programma

Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

Product 3.4. Vaarwegen

Toelichting

Bij besluit van 31 januari 2007 is door uw staten de Bestemmingsreserve Erica-Ter Apel ingesteld. Deze reserve is ingesteld vanuit de afkoopsom van de overdracht van de N34 en er is een storting gedaan van € 10 miljoen als aandeel van de provincie Drenthe in het totale investeringsvolume van de vaarweg. Bij de 1e bestuursrapportage 2010 is voor de jaren 2013 en 2014 besloten om vanuit deze reserve € 700.000,-- per jaar beschikbaar te stellen t.b.v. het onderhoud aan de N34 die van het rijk is overgenomen, maar waarvoor nog geen dekking is voor de extra onderhoudskosten. Na de realisatie van de vaarverbinding zal deze reserve worden opgeheven. Inmiddels is het gehele traject obstakelvrij. Conform planning is de vaarweg op 8 juni 2013 feestelijk geopend. In 2015 zal het project financieel worden afgesloten dat is iets later dan eerder gepland en kan deze reserve opgeheven worden. De verwachting is dat de oorspronkelijke garantstelling € 5 miljoen (onderdeel van € 10 miljoen) niet volledig zal worden benut. Bij de Voorjaarsnota 2015 hebben wij daarom een bedrag van € 4 miljoen laten vrijvallen. In 2016 is de verwachting kan deze reserve afgesloten worden.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

In 2015 was gepland dat het project financieel zou worden afgerond. Er zijn echter nog enkele verschillen over de kostenverrekening met aannemers en er loopt nog een schadeprocedure met een bewoner. 

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Het project Herstel vaarverbinding Erica-Ter Apel is gerealiseerd in samenwerking met diverse partners. De totale kosten bedroegen circa € 33,6 miljoen. Deze zijn (voorlopig) afgerekend met subsidiegevers en partners.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen? 

De kosten waren voor 2015 begroot op € 450.000,--. De realisatie bedroeg € 113.624,--. Dit viel € 336.376,-- lager uit doordat nog niet alle procedures zijn afgewikkeld. We stellen daarom voor de Reserve Erica-Ter Apel nog niet af te sluiten. De subsidies zijn vastgesteld, zodat we kunnen overgaan tot een voorlopige afrekening. Deze afrekening valt € 703.571,-- gunstiger uit, doordat gedurende het project al kosten zijn verrekend. Er is nog sprake van een voorlopige afrekening omdat de kosten in verband met procedures nog niet definitief zijn. Daarnaast valt dit project wegens zijn omvang regelmatig in de steekproef bij het Ministerie van Financiën, wat zou kunnen leiden tot (financiële) aanpassingen.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Het project is nagenoeg afgerond. Bij het opschonen van alle reserves zal een saldo overblijven. Vooralsnog is de inschatting dat een bedrag van €160.000,-- nodig zal zijn voor de financiële afwikkeling en zal het restant t.z.t. ten gunste komen van de algemene middelen.

060214

Reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     7.597.703

     7.173.081

     4.607.187

     2.107.187

     2.107.187

Begrote onttrekking (2)

        684.106

     2.565.894

     2.500.000

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

        750.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

        490.516

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     7.173.081

     4.607.187

     2.107.187

     2.107.187

     2.107.187

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het wegwerken van achterstallig onderhoud en het treffen van verbeteringswerkzaamheden aan de N34.

Instellingsbesluit

Besluit PS Statenstuk 2006-267 d.d. 20 december 2006

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

S.A.B. de Vries

Programma

Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

Product 3.1. Bereikbaarheid (incl. openbaar vervoer)

Toelichting

Per 1 januari 2007 is het beheer en onderhoud van de weg N34 overgedragen van het Rijk aan de provincie. In de hiervoor ontvangen afkoopsom is een bedrag van € 36.454.893,-- begrepen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud en het treffen van verbeteringswerkzaamheden. Bij statenbesluit van 20 december 2006 is hiervoor een Reserve achterstallig onderhoud en verbeteringswerken N34 ingesteld. De geplande werkzaamheden zijn in de meerjarenbegroting opgenomen. Na de realisatie van onderhoud en verbeteringswerken zal de reserve worden opgeheven.
Voor de N34 staan, naast de nieuwe prioriteiten van het college, nog 3 grote projecten op stapel, de aansluiting Exloo, de aansluiting Klooster en de nieuwe aansluiting Odoorn/Klijndijk/Emmen noord.
Exloo wordt in 2015 aanbesteed en de start de uitvoering in 2016. Dit zal tot een onttrekking van € 1,5 miljoen van de Reserve N34 leiden. Voor Klooster lopen de planprocedures. Verwachte afronding van de realisatie is in 2017. Financiering loop via een bijdrage van de provincie Overijssel, de BDU en het Investeringsprogramma VV. Over de aansluiting Klijndijk/Emmen noord heeft medio 2015 besluitvorming plaats gevonden. De procedures tot aanleg worden binnenkort gestart. Voor de realisatie wordt het resterende deel uit de Reserve, zijnde 6,1 miljoen ingezet. Realisatie in 2018.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Zie voor de inhoud de toelichting.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Zie voor de inhoud de toelichting.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

(Planologische) procedures en grondaankopen.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

 Geen. Eindbeeld is een hoogwaardige ongelijkvloerse autoweg 100km/h.

060215

Reserve provinciaal aandeel ILG

Verloop

2015

2016*

2017*

2018*

2019*

Saldo aanvang jaar (1)

     3.867.415

    11.620.319

     7.644.448

     6.626.316

     6.626.316

Begrote onttrekking (2)

                   -

     3.975.871

     1.018.132

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

     3.203.854

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     6.136.403

     3.275.598

        267.000

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     8.268.705

     3.275.598

        267.000

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

    11.457.496

     3.529.623

     3.529.623

Werkelijke/beoogde baten programma (7) + decentralisatieuitk. (€ 5.070.000)

    18.138.848

     3.529.623

     3.529.623

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

    11.620.319

     7.644.448

     6.626.316

     6.626.316

     6.626.316

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Uitvoering geven aan de afspraken in de bestuursovereenkomst met het Rijk over de realisatie van prestaties in het landelijk gebied.

Instellingsbesluit

Jaarstukken 2007 d.d. 4 juni 2008

Portefeuillehouder

H. Jumelet

Teamleider

F. Voogd

Programma

Programma 7. Vitaal platteland

Product

Product 7.1. Natuur en landschap

Toelichting

De provincie is in het kader van de ILG bestuursovereenkomst voor € 42 miljoen harde juridische verplichtingen aangegaan die niet meer door het rijk zijn vergoed bij de beëindiging daarvan. In de jaarstukken van 2013 is er nog een restant verplichting van € 24,9 miljoen over. Hiervoor is dekking aanwezig die geparkeerd is in de ILG reserve (uitfinanciering), de opbrengst uit de verkopen van grondbezit (voormalig BBL bezit) tot het afgesproken bedrag van 11 miljoen en de bijdrage die wij ontvangen van andere provincies. In de 1e financiële actualisatie 2014 is de meerjaren begroting op basis hiervan geactualiseerd.

Het in het verleden gestorte meerjarenbudget voor akkerrandenbeheer wordt de komende 3 jaar weer aan de ILG-reserve onttrokken. Op dit moment verwachten wij dat in 2018 de oude verplichtingen zijn afgewikkeld en er daarna geen ontrekkingen meer plaatsvinden. Op het restant saldo na aftrek van de restitutie van de lening uit het fonds eu-cofinanciering voor de dekking van de natuuruitgaven 2014 en 2015, liggen dan geen claims meer. 

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Het saldo van baten en lasten uitfinanciering oude ILG-projecten was geraamd op € 5.321.093,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De realisatie in 2015 bedroeg € 8.268.706,-- aan lasten en € 18.138.848,-- aan baten (per saldo dus € 9.870.142,--). Het verschil met het begrote saldo wordt gereserveerd in de ILG-reserve.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Een nadere toelichting op de verschillen is vermeld bij programma-onderdeel  7.4.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

(*) Er heeft nog geen doorrekening voor een herziene planning van de resterende inkomsten en uitgaven plaatsgevonden naar de jaren 2016 en verder. De in hoofde vermelde cijfers zijn dus nog niet geactualiseerd. De doorrekening van de gevolgen van het opschuiven van de planningen en actualisatie van de resterende verplichtingen vindt in de eerste bestuursrapportage plaats.

Restant verplichtingen <2011

Totaal

Inrichting afwikkeling PWC en ILG (bron concept brief PL)

3.762.726

Regelingen (*bron APMV)

2.091.367

Na BO Projecten (*bron concept brief PL)

3.014.337

Totaal verplichtingen < 2011

8.868.430

Toelichting:

Uitfinanciering projecten Na-BO toegevoegd  (onderdeel € 6 miljoen ontwikkelopgave uit ILG reserve)

Vrijval verplichting onvoorzien afwikkeling PWC, ILG van € 3.147.818,--. 

Reserve Afwikkeling ILG

"-" = onttrekking

Totaal

2.016

2.017

2.018

2.019

Saldo 1/1

11.620.319

11.620.319

3.667.155

3.340.019

962.651

Grond bijdrage provincies

7.059.248

3.529.624

3.529.624

Lasten Uitfinanciering en Na -BO

14.719.552

Baten Uitfinanciering na Na BO

-10.605.857

Provinciaal aandeel Uitfinanciering en Na BO.

-8.868.430

-4.113.695

-2.377.368

-2.377.368

saldo over

9.811.137

11.036.248

4.819.412

962.651

962.651

financiering ontwikkelopgave Naar reserve natuurbeheer

-6.000.000

-6.000.000

akkerranden Naar reserve natuurbeheer

-534.000

-267.000

-267.000

Autonome mutatie

110.622

110.461

161

Terugbetaling Reserve Eu co-fin

-2.425.108

-1.212.554

-1.212.554

Saldo 31-12

962.651

3.667.155

3.340.019

962.651

962.651

060218

Reserve Regio Specifiek Pakket

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    84.933.000

    61.440.803

    37.235.328

    23.360.049

    20.379.008

Inflatiecorrectie/rente (2)

                   -

        548.344

        372.353

        233.600

        203.790

Begrote onttrekking (3)

    40.266.037

    25.753.819

    15.247.632

     3.214.641

        844.893

Begrote toevoeging (4)

    10.167.428

     1.000.000

     1.000.000

                   -

                   -

Begrote lasten programma (5)

    35.033.559

    35.494.958

    24.988.771

    12.955.780

     5.736.032

Werkelijke/beoogde lasten programma (6)

    28.427.147

    35.494.958

    24.988.771

    12.955.780

     5.736.032

Begrote baten programma (7)

                   -

     5.900.000-

     5.900.000-

     5.900.000-

     1.050.000-

Werkelijke/beoogde baten programma (8)

                   -

     5.900.000-

     5.900.000-

     5.900.000-

     1.050.000-

Saldo einde jaar (9=1+2-3+4+5-6-7+8)

61.440.803

37.235.328

23.360.049

20.379.008

19.737.905

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het Regio Specifieke Pakket (RSP) is de katalysator voor brede, integrale stedelijke gebiedsontwikkelingen. Het inhoudelijke en financiële raamwerk is door uw staten in de Kadernota's uitvoering RSP/RSP-plus Drenthe 2009 en 2010 goedgekeurd. Met uitzondering van de spoorlijn Zwolle-Emmen worden de projecten in een langjarig partnerschap met de steden uitgevoerd. De steden Assen, Emmen en Coevorden hebben hier de ‘lead’. Provincie en gemeenten hebben de afgelopen periode nauw samengewerkt bij het formuleren van de ambities, de visie en de strategie.

Instellingsbesluit

Voorjaarsnota 2009 d.d. 14 mei 2009

Portefeuillehouder

H. Brink / T. Stelpstra

Programma manager

E.A. Martens

Programma

Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

Product 3.5. Integrale gebiedsontwikkeling (Assen, Coevorden, Emmen)

Toelichting

Deze reserve is ingesteld omdat het programma Regio Specifiek Pakket een tijdsperiode van 2009 tot 2020 kent. Om de meerjarige afspraken met de verschillende partijen te kunnen blijven uitvoeren is met ingang van 2009 deze reserve ingesteld. Eenmalig is destijds besloten om 64 miljoen euro uit het bronvermogen, verkoop aandelen Essent, aan deze reserve toe te voegen. Tevens wordt de decentralisatieuitkering RSP aan de reserve toegevoegd. Daarnaast wordt aan de reserve jaarlijks rente toegevoegd ter hoogte van de Index bruto overheidsinvesteringen (IBOI) om de projecten waardevast te houden. Het Ministerie, Directie begrotingszaken geeft aan wat de prijsbijstelling is. Het percentage voor 2012 en verder was eerder op 1,8948% geraamd. De IBOI 2013 was 0%. Dat houdt vervolgens ook in dat wij geen IBOI hoeven door te rekenen. Ook voor 2014 is de IBOI op 0% vastgesteld. Dit percentage passen wij ook toe in 2015. Voorzichtigheidshalve handhaven wij voor de jaren vanaf 2016 het begrote percentage van 1%. De IBOI van een boekjaar wordt in het daarop volgende voorjaar vastgesteld, waardoor jaarlijks een correctie gemaakt moet worden.

Binnen de RSP-reserve was een bedrag van 21 miljoen euro beschikbaar voor het afdekken van RSP-risico's. Dat bedrag is in 2013 overgeheveld naar de risicoreserve, zodat alle risico's nu zijn ondergebracht in deze reserve. Provinciale Staten hebben ingestemd met een bijdrage van € 11,25 mln vanuit het programma K&E aan het RSP-programma Atalanta voor de periode 2010-2020. In 2010 en 2011 is als uitvoering van dit besluit € 250.000,-- en € 500.000,-- toegevoegd aan de RSP-reserve. Voor de periode 2012-2014 dient € 1.000.000,-- per jaar toegevoegd te worden en tot slot in de periode 2015 t/m 2020 dient € 1.250.000,-- per jaar toegevoegd te worden, zodat in totaal € 11,25 mln bijgedragen wordt. Voorgesteld is deze jaarlijkse reservering vanuit het programma Klimaat & Energie aan de RSP-reserve toe te voegen. In 2012 (2e Financiële Actualisatie) en 2013 (2e Bestuursrapportage) is vanuit K&E een bijdrage van € 1 miljoen per jaar (totaal € 2 mln) naar voren gehaald i.v.m. verwachte onderbesteden deze jaren. Aan deze reserve worden tevens de bedragen die als decentralisatieuitkering RSP wordt ontvangen, binnen programma 8, toegevoegd.

Het betreft een jaarlijks bedrag van € 2.591.139,--. Zoals in de actualisatie van de Kadernota uitvoering RSP (Statenstuk 2010-431) is vermeld, wordt vanuit het programma Versterking Economische Structuur (VES) € 5.000.000,--  bijgedragen aan de Integrale gebiedsontwikkeling Emmen-Centrum (2010 t/m 2020). Vanuit VES is ten behoeve van het project Atalanta, de economie van de verbinding, een bedrag van € 1.823.225,--  bijgedragen. Verder is verwerkt dat het restant, zijnde € 3.176.775,--, vanuit de VES middelen is toegevoegd aan de reserve RSP, waarvan € 176.775,-- in 2014 via de exploitatie en € 1.000.000,-- per jaar uit de reserve voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Hiermee is dan voorzien in de bijdrage vanuit de VES middelen.
Het saldo van € 7,2 miljoen per 2019 is niet vrij besteedbaar. Het programma RSP loopt tot en met 2020 en ook in 2020 worden er nog uitgaven in het kader van RSP gedaan. De financiële ruimte na afronding van de RSP projecten Emmen, Coevorden en Spoor Zwolle Coevorden Emmen, gaan we inzetten voor het RSP, zoals opgenomen in het Rijksconvenant (LMCA- Spoor / Motie Koopmans) en voor het uitvoeren van een derde project ter verbetering van de spoorlijn Emmen (partiële spoorverdubbeling). Beide projecten zijn onderdeel van het Rijksconvenant (Zwolle-Herfte) en de provinciale RSP-kadernota’s en vallen hiermee als RSP projecten aan te merken. In 2013 is geconstateerd dat het Rijksbudget voor het project Zwolle-Herfte ontoereikend is en zijn aanvullende afspraken gemaakt. Het rijk en de noordelijke provincies dragen extra bij. Voor Drenthe betekent dit een provinciale bijdrage van € 6 miljoen. Voorgesteld wordt dit deels te dekken uit de RSP reserve, dit zal op een later moment aan PS worden voorgelegd.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Begrote onttrekking in 2015 bedroeg € 40,3 miljoen euro. De begrote toevoeging bedroeg  € 10,1 miljoen. Er stond een decentralisatieuitkering RSP gepland, verder ook voorschotten aan de gemeenten Emmen en Coevorden voor het uitvoering van RSP-projecten en bijdragen aan de Spoorbrug. 

Wat is in 2015 gerealiseerd?

In 2015 hebben wij aan de gemeente Emmen t.b.v. Atalanta € 1,2 miljoen meer bevoorschot dan begroot. Dit conform de subsidievoorwaarden dat bevoorschotting op basis van het kasritme van de gemeente plaatsvindt. In het kader van bereikbaarheid Emmen hebben wij  in 2015 geen voorschotten verstrekt. Aan de gemeente Coevorden zijn voorschotten verstrekt t.b.v. de Stationsomgeving en Spoorbrug. Verder zijn er drie subsidiebeschikkingen in het kader van REP afgegeven (€ 14 miljoen).

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De voornaamste afwijking wordt veroorzaakt door de financiële verwerking van de aanbesteding van de Spoorbrug. Dit is in 2015 aanbesteed voor € 6,2 miljoen, de last wordt genomen wanneer de spoorbrug gerealiseerd wordt (2016). Verder zijn er in het kader van bereikbaarheid Emmen geen voorschotten aan de gemeente verstrekt. Wel heeft de gemeente Emmen in het kader van Atalanta een hoger voorschot ontvangen dan begroot. In totaliteit zijn de werkelijke lasten lager dan begroot en wordt een bedrag van € 6.606.412,-- verrekend met de reserve.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Verschuiving bestedingen naar volgende jaren.

060221

Financieringsreserve

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    95.453.742

  105.842.663

    75.342.663

    75.342.663

    75.342.663

Inflatiecorrectie/rente (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote onttrekking (3)

                   -

    30.500.000

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (4)

    10.388.921

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (5)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (7)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (8)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (9=1+2-3+4+5-6-7+8)

105.842.663

75.342.663

75.342.663

75.342.663

75.342.663

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van programma's en projecten op het ruimtelijk-economische gebied, om de doelstellingen die de provincie hanteert voor het omgevingsbeleid en het beleid inzake de regionale economie te realiseren.

Instellingsbesluit

Voorjaarsnota 2011 d.d. 14 juli 2011

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek 

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

In de Voorjaarsnota 2012 is de doelstelling van deze Reserve gewijzigd. In plaats van hoge bijdragen te onttrekken voor cofinancieringsprojecten, waardoor de reserve op termijn is uitgeput, wordt de reserve nu ingezet om voldoende structurele rentebaten te genereren die bijdragen aan structurele begrotingsruimte. En wordt er met ingang van 2012 geen inflatiecorrectie meer aan toegevoegd. Er wordt een bodemstand van deze reserve wenselijk geacht van minimaal € 80 miljoen. In 2013 is voor het ineens uitbetalen van de contant gemaakte toekomstige subsidies aan de Drentse Energie Organisatie (DEO), minus een korting, een onttrekking gedaan van € 14,7 miljoen. 

Naast de onttrekking voor de DEO is ook een onttrekking opgenomen van € 4 miljoen in 2013 voor de subsidiëring van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM) ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij (DPM). Het doel van de DPM, zoals dat geformuleerd is in de statuten, is het verstrekken van risicodragend kapitaal aan het bedrijfsleven binnen de regio van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe. In de praktijk richt de DPM zich vooral op innovatieve industriële ondernemingen en bedrijven in de nieuwe zakelijke dienstverlening.

Daarnaast is in 2013 vanuit de Risicoreserve een bedrag van € 4,5 miljoen overgeheveld naar deze reserve. Wegens de opbrengst van de verkoop van onze aandelen in Attero is in 2014 een € 3.538.233,-- toegevoegd. Het surplus dat boven de vastgestelde bodemstand van € 80 miljoen van in deze reserve aanwezig is, wordt in 2016 voor een bedrag van € 15,5 miljoen afgeroomd en overgeheveld naar de van de Reserve investeringsagenda. Daarnaast wordt additioneel € 15 miljoen uit de financieringsreserve in 2016 onttrokken en ook aan de Reserve investeringsagenda toegevoegd. Incidentele meevallers, de opbrengst uit het vervolg van stofkam en positieve rekeningresultaten in de komende jaren komen, na het op peil brengen van de risicoreserve en het op peil houden (€ 5 miljoen) van de Reserve voor algemene doeleinden, gebruikt om de financieringsreserve weer aan te zuiveren tot de vastgestelde bodemstand van € 80 miljoen. Voor de komende jaren zijn er verder geen onttrekkingen voorzien. In de 2e Bestuursrapportage 2015 is een bedrag van € 7,45 miljoen wegens vrijval van Escrow vanuit de Voorziening vordering op Verkoop Vennootschap BV aan deze reserve toegevoegd. Waardoor deze eind 2015 tijdelijk boven de € 100 miljoen uitkomt.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

In 2015 viel het restant van ca. € 327 miljoen aan claims vrij en is dit aan de aandeelhouders uitgekeerd. Het Drentse aandeel daarin bedraagt € 7,45 miljoen (2,28% van € 327 miljoen). In lijn met het nieuwe College-akkoord en de vertaling daarvan in de Nota van aanbieding bij de Begroting 2016 is dit incidentele voordeel geheel ten gunste gebracht van de Financieringsreserve. Daarnaast is het voordelig resultaat van de 2e bestuursrapportage 2015 ad € 2.935.608,-- ten gunste van deze Reserve gebracht.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De begrote toevoeging is gerealiseerd

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

060222

Reserve Vitaal Platteland

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    10.138.311

     6.629.981

     6.029.981

     5.429.981

     4.829.981

Begrote onttrekking (2)

     3.928.000

        600.000

        600.000

        600.000

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     3.928.000

        600.000

        600.000

        600.000

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     3.508.330

        600.000

        600.000

        600.000

                   -

Begrote baten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     6.629.981

     6.029.981

     5.429.981

     4.829.981

     4.829.981

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor de sociaal-economische vitalisering van het platteland en de versterking van de structuur van het landelijk gebied. Het is te verwachten dat een belangrijk deel van de middelen zal landen in de ‘krimpregio’ Zuid- en Oost-Drenthe.

Instellingsbesluit

Voorjaarsnota 2011 d.d. 14 juli 2011

Portefeuillehouder

H. Jumelet

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 7. Vitaal Platteland

Product

Product 7.2. Plattelandsontwikkeling

Toelichting

Via motie 2010-27 bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2010 is door PS aangegeven dat € 25 miljoen binnen deze reserve ingezet dient te worden voor de beleidsdoelen sociaal economische vitalisering van het platteland en de versterking van de structuur van het landelijk gebied. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten het bedrag van € 25 miljoen uit de reserve Dynamische cofinanciering te halen en apart onder te brengen in de reserve Vitaal Platteland. Eerder is in de begroting 2012 een onttrekking gedaan van € 650.000,-- voor Beleidsadvies bevolkingsdaling, impulsgelden Vitaal Platteland en landschapsherstel. Reserve vitaal platteland een bedrag van € 12 miljoen naar de Europese Cofinancieringsreserve over te hevelen. Bij het vaststellen van de 1e financiële actualisatie 2014 is opnieuw vanuit de reserve geput en is de eerder onttrokken € 2,8 miljoen anders gefaseerd. De volgende onttrekkingen zijn nu opgenomen: voor de extra impuls voor het leefbaar houden van het platteland is € 800.000,-- beschikbaar, daarnaast is voor vitaal platteland € 100.000,-- beschikbaar op grond van de brief over het uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven Vitaal Platteland van 10 september 2013, bovendien is € 300.000,-- opgenomen voor de twee tenders dorpsinitiatieven in 2014 en ten slotte is € 125.000,-- voor proces- en programma ondersteuning breedband initiatieven in 2014 opgenomen. Voor fietspaden is € 1 miljoen in 2014 en € 500.000,-- in 2015 onttrokken. Voor de krimpregeling is € 200.000, -- in 2014 en € 1.200.000,-- opgenomen. Bij de VJN 2015 is nog eens een bedrag van € 1.378.000,-- onttrokken mede voor het centrumplan Borger, voor het verzilveren van de Veenvaartverbinding en voor het stimuleren van het gastheer- en ondernemerschap. Voor na 2015 zijn afgezien van € 600.000,-- per jaar voor tenders dorpsinitiatieven voor de jaren 2016 t/m 2018 nog geen verdere onttrekkingen voorzien.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Voor fietspaden een bedrag van € 500.000,-- voor de Krimpregeling €1.200.000,-- voor Breedband € 250.000,-- en € 1.978.000,-- voor tenders, het centrumplan Borger, voor het verzilveren van de Veenvaartverbinding en voor het stimuleren van het gastheer- en ondernemerschap.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Het budget t.b.v. fietspaden is onderschreden met € 115.367,-- en het budget voor Vitaal platteland met een bedrag van € 304.302,--.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Zie de financiele toelichting bij Programma 3 en 7. 

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Geen.

060223

Cofinancieringsreserve Europa

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    22.787.446

    22.820.075

    20.932.629

    19.045.183

    15.945.183

Begrote onttrekking (2)

     1.012.554

     1.887.446

     1.887.446

     3.100.000

     3.100.000

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     2.300.000

     3.100.000

     3.100.000

     3.100.000

     3.100.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     1.254.817

     3.100.000

     3.100.000

     3.100.000

     3.100.000

Begrote baten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

    22.820.075

    20.932.629

    19.045.183

    15.945.183

    12.845.183

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van Europese programma's en projecten.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

J. Geveke

Programma

Product 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe

Product

Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur

Toelichting

Ingesteld bij de Begroting 2013. In het visiestuk “Koers in onzekere tijden” hebben wij aangegeven dat we het economisch beleid richten op de cofinancieringsmogelijkheden van het Europees beleid. Om in te kunnen spelen op de goede mogelijkheden in de nieuwe EU periode (2014 – 2020), wordt voorgesteld een Cofinancieringsreserve Europa te vormen met een startvermogen van € 24 miljoen. Goed inspelen op cofinancieringsmogelijkheden van Europees beleid vergt meer maatwerk. Dit betekent dat wij ook zelf meer actief kansen zoeken en creëren. Hiervoor is de Cofinancieringsreserve Europa een belangrijk middel. Voor de omvang van de reserve hebben we een inschatting gemaakt op basis van de huidige kennis en is gevoed vanuit de Reserve vitaal platteland (€ 12 miljoen) en de Risicoreserve (€ 12 miljoen).

De ontwikkeling van (regionale) Europese programma's is in zichzelf een complex (onderhandelings-)proces langs vele schaakborden met nog wijzigende spelregels. Omvang, vorm en inhoud van de programma’s staan dan ook nog niet vast. Met inachtneming van alle onzekerheden schatten wij in dat wanneer de provincie de Europese Programma's (EFRO, INTERREG, en POP) voor de periode 2014-2020 adequaat wil financieren (met het doel een goed resultaat voor Drenthe te behalen), een eigen inleg noodzakelijk voor een programmaperiode van 7 jaar (2014-2020). Voorlopig wordt uitgegaan van een financieringsbehoefte van € 3,1 miljoen per jaar. De "omzet" die daarmee wordt gerealiseerd bedraagt naar schatting € 100 miljoen, ofwel € 14 miljoen per jaar. Mocht in de toekomst duidelijk worden dat de cofinancieringsbehoefte (per jaar) hoger of lager uitvalt dan op dit moment ingeschat, dan kan in de toekomst een bijstelling nodig zijn. Hierbij geldt dat de ruimte 2014 later wordt ingezet omdat de Europese programma's 2014-2020 later worden vastgesteld (Europese commissie) dan verwacht. T.b.v. agrarisch natuurbeheer is in de jaren 2014 en 2015 een bedrag van € 1.212.554,-- geleend uit de Cofinancieringsreserve. In de jaren 2016 en 2017 zijn deze bedragen teruggestort vanuit de Reserve provinciaal aandeel ILG.
Voor de uitwerking van de 'gecoördineerde meerjarenaanpak Europa' is bij de eerste wijziging van 2015 een bedrag van € 2,5 miljoen extra opgenomen. Dit bedrag komt niet uit de reserve, maar is gedekt vanuit de algemene ruimte 2014.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

In 2015 gaan de Europese regioprogramma’s POP3, OP EFRO, Interreg A (Nederland-Duitsland) en B (Noordzee), Interreg Europe van start. Drentse projecten zullen vanuit deze programma’s worden aangevraagd, getenderd en gefinancierd.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De programma’s Interreg A, B en Europe en het OP EFRO zijn in 2015 daadwerkelijk (met vertraging) van start gegaan. Het POP start in 2016. Alleen in het programma Interreg A heeft dat in 2015 geleid tot daadwerkelijke bestedingen vanuit de provinciale begroting.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De start van POP is uitgesteld tot 2016. De uitvoering van de overige programma’s is vertraagd, maar wel van start gegaan. Daadwerkelijke bestedingen zijn dus ook vertraagd ten opzichte van de planning. De daadwerkelijke bestedingen vanuit de provinciale begroting wordt geëffectueerd  op het moment dat beschikkingen aan projecten uitgaan. Binnen de programma’s gaan daar hele processen van tendering, advisering, besluitvorming, etc. aan vooraf. Met andere woorden: het duurt altijd even voordat programma’s leiden tot daadwerkelijke bestedingen.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Geen effect: vertraging, maar geen afstel. De komende jaren zullen de programma’s in de uitvoering een inhaalslag moeten maken.

060224

Reserve organisatie-ontwikkeling

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     1.277.690

        239.195

        239.195

        239.195

        239.195

Begrote onttrekking (2)

     1.270.690

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

     1.270.690

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     1.038.495

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

        239.195

        239.195

        239.195

        239.195

        239.195

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor organisatieontwikkeling. 

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012

Portefeuillehouder

J. Tichelaar

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.2. Personeel en Organisatie

Toelichting

Ingesteld bij de Nota reserves en voorzieningen 2012. Om te voorzien in de noodzakelijk te maken kosten voor scholing, mobiliteit en in- en uitstroom hebben uw staten in het kader van de Voorjaarsnota 2010 voor de periode 2010 - 2014 een bedrag van € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld. Aangezien in de praktijk blijkt dat het niet mogelijk is om jaarlijks voldoende nauwkeurig te bepalen welke kosten worden gemaakt is voorgesteld in de 2e Bestuursrapportage 2012 de nu nog resterende jaarlijkse budgetten te storten in een reserve Organisatieontwikkeling. Dit geeft de organisatie meer flexibiliteit in het beschikken over de middelen en voorkomt dat er in enig jaar overschotten dan wel tekorten ontstaan. Voor 2014 geldt dat de huidige budgetten niet voldoende zijn en dat in totaal een bijdrage van € 385.000,-- vanuit deze reserve nodig is. Met ingang van 2015 zijn er geen structurele budgetten beschikbaar voor organisatie-ontwikkeling. Begroting is om in elk geval voor € 500.000,-- voor dat doel in te zetten. Daarnaast zal aan een voorstel gedaan worden om structureel geld vrij te maken voor organisatie-ontwikkeling. Het restant van € 777.690,-- dat nog aanwezig was wordt/is bij 2e Bestuursrapportage toegevoegd aan het budget Frictiekosten LSM. Daarmee is de claim doorontwikkeling Planning & Control gedekt en is de reserve leeg.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

De (aanloop)kosten van de programma's Doorontwikkeling Planning & Control en Organisatieontwikkeling. Daarnaast reguliere werkzaamheden in het kader van HRM-beleid

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Er is een start gemaakt met de programma's Doorontwikkeling Planning & Control en Organisatieontwikkeling. Reguliere HRM werkzaamheden zijn uitgevoerd.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De aanloopkosten van de programma's zijn lager uitgevallen dan verwacht. 

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Er is nog een saldo in deze reserve aanwezig.

060225

Reserve opvang revolverend financieren

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     5.656.045

     5.653.681

     5.653.681

     5.653.681

     5.653.681

Begrote onttrekking (2)

        125.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

          68.400

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

          54.236

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     5.653.681

     5.653.681

     5.653.681

     5.653.681

     5.653.681

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Bij het verstrekken van revolverende middelen zijn de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hiervoor is deze bestemmingreserve ingesteld, die wordt gevoed vanuit de budgetten van de verschillende programma’s en is dan ook bedoeld om mogelijke risico's op te vangen. Ingesteld bij de Nota reserves en voorzieningen 2012. Wij willen meer gebruik te maken van het instrument revolverend financieren. Zuivere revolverende middelen worden verwerkt als balansmutaties en hebben geen invloed op hoogte van de lasten in de Begroting. Daarbij wordt primair gedacht aan leningen. Leningen moeten worden opgenomen als vorderingen als tot uitbetalingen van revolverende middelen wordt overgegaan. Daarmee blijven ze nog steeds buiten de exploitatie. Wel van invloed op de exploitatie zijn de risico’s die worden gelopen en de beheerskosten die worden gemaakt. Daarvoor is budget vanuit de begroting nodig en dat kan het best worden gestort in een reserve of een voorziening, aangezien de revolverende projecten zich doorgaans niet binnen één jaar zullen afspelen. Op die wijze wordt er een basiskapitaal gevormd dat als het ware “beleend” wordt voor de revolverende projecten. Het bedrag aan uitstaande leningen kan dan ook groter zijn dan het in de exploitatie beschikbaar gestelde bedrag. Voor de korte termijn is de vorming van een reserve aan de orde en nog geen voorziening. 

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.2. Personeel en Organisatie

Toelichting

Een voorwaarde voor het vormen van een voorziening is dat de risico’s en verplichtingen redelijkerwijs zijn in te schatten. Bij de controle op de jaarrekening ziet de accountant erop toe dat aan deze voorwaarde is voldaan als voorzieningen zijn opgenomen op de jaarrekening. Bij het verstrekken van revolverende middelen zijn de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hiervoor is deze bestemmingreserve ingesteld, die wordt gevoed vanuit de budgetten van de verschillende programma’s door minimaal 10% van uitgezette revolverende middelen te storten. Aan de hand van de concreet ingevulde portefeuille wordt vervolgens ingeschat welke risico’s er zijn. In overleg met de accountant stellen wij voor om op basis van de concrete projecten en de risicobeoordeling daarvan, jaarlijks in de jaarrekening een voorziening op te nemen. De lasten van deze voorziening worden dan gedekt uit de gevormde bestemmingsreserve. Wij stellen voor om binnen de reserve geen middelen te oormerken.

Mochten voorzieningen getroffen moeten worden wegens oninbaarheid o.i.d. dan moet de gehele reserve daarvoor aangesproken kunnen worden, voordat de risicoreserve aangesproken wordt. Er zijn nu stortingen gedaan voor:
een lening van € 620.000,-- aan de Stichting Sensor Universe, een bedrag van € 110.800,-- zijnde 17,87% dekking (voor deze lening is nu wegens mogelijke oninbaarheid een onttrekking gerealiseerd van € 380.000,--);
voor een lening van € 1.550.000,--aan de Stichting Incas, een bedrag van € 155.000,-- zijnde 10% dekking;
voor een lening van € 150.000,-- aan de coöperatieve vereniging Noordelijk Lokaal Duurzaam Energie (NLD), een bedrag van 150.000,-- zijnde 100% dekking;
voor diverse Zonneleningen van in totaal € 4.033.941 is een bedrag van € 605.091,-- gestort zijnde 15% dekking;
voor een lening van € 2.800.000,-- aan Stichting INCAS3, een bedrag van € 280.000,-- zijnde 10% dekking;
voor de garantstelling van € 640.000,-- aan het Regionaal Sectorplan Vrijetijdssector Drenthe, een bedrag van € 100.000,-- zijnde 16% dekking;
voor leningen van in totaal € 372.500,-- aan de Stichting Energy Challenges, is een bedrag van € 372.500,-- gestort zijnde 100% dekking;
T.b.v. Breedband aanleg zijn de volgende leningen verstrekt: lening
aan coöperatie ‘De Kop Breed’ van € 2.118.000,--. Hiervoor is een bedrag van € 317.700,--, zijnde 15% van de lening afgedekt. Voor een lening t.b.v. Eco Oostermoer Verbindt is een lening van € 200.000,-- verstrekt. Hiervoor is een bedrag van € 100.000,-- zijnde 50% van de lening afgedekt.
Daarnaast was een garantstelling aan de Bentheimer Eisenbahn AG verstrekt.

Ter dekking van een eventueel exploitatieverlies van de spoorgoederenshuttle Coevorden-Bad Bentheim-Malmö. De garantstelling voor de provincie bedroeg € 125.000,- en was in deze reserve voor 100% afgedekt; Deze garantstelling is voor een bedrag van € 118.702,-- aangesproken ten laste van de reserve. De garantstelling is hiermee afgedaan.
Voor een verhoogde garantstelling Sectorplan “Werk in beweging” van in totaal € 1.045.307,-- is een bedrag van € 104.530,-- zijnde 10% dekking gestort.
Voor een nog te verstrekken lening van € 950.000,-- aan de Maatschappij voor Weldadigheid, is een bedrag van 95.000,-- zijnde 10% dekking gestort;
Voor een lening van € 200.000,-- aan Bio Energy Hartlief-Lammers BV, is een bedrag van € 50.000,-- zijnde 25% gestort;
Voor een lening van € 105.075,-- aan Landbouwbedrijf De Jong, is een bedrag van € 10.508,-- gestort, zijnde 10%;
Voor een lening van € 338.000,-- aan de Coöperatie Het Drents Collectief UA, is een bedrag van € 33.800,-- gestort, zijnde 10%;

T.b.v. van Zonneleningen is binnen deze reserve nog een bedrag van € 960.154,-- beschikbaar voor afdekking van risico’s dat eerder gestort is.
T.b.v. van leningen Breedband is bij de 2e Financiële actualisatie 2014 een bedrag van € 3.000.000,-- gestort t.b.v. breedband ter afdekking van de risico’s van nog te verstrekken leningen aan coöperaties, hiervan is nog een bedrag van € 2.582.300,-- over afdekking van risico’s.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Er waren diverse stortingen begroot voor de afdekking van risico’s voor verstrekte leningen. Daarnaast was een onttrekking i.v.m. het aanspreken op de garantstelling inzake het exploitatieverlies van de spoorgoederenshuttle Coevorden-Bad Bentheim-Malmö van € 125.000,-- begroot.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De begrote stortingen zijn gerealiseerd. Daarnaast is nog een aantal stortingen gerealiseerd voor leningen/garanties. Deze waren tijdens de 2e Bestuursrapportage nog niet begroot. Tevens is een onttrekking opgenomen, die nog niet begroot was.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Na de 2e bestuursrapportage zijn nog leningen/garanties toegezegd, waarvan stortingen niet konden worden begroot. Daarnaast is in verband met de mogelijke oninbaarheid van een aan Sensor Universe verstrekte lening, een bedrag van  € 380.000,-- onttrokken aan deze reserve en is dat bedrag toegevoegd aan de voorziening voor dubieuze debiteuren. Daarnaast was een onttrekking i.v.m. het aanspreken op de garantstelling inzake het exploitatieverlies van de spoorgoederenshuttle Coevorden-Bad Bentheim-Malmö begroot voor € 125.000,--, maar is de aanspraak op de garantstelling uiteindelijk € 6.298,-- lager uitgevallen.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Geen 

060226

Reserve financieringsfonds Drenthe 

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     4.000.000

     4.000.000

                   -

                   -

                   -

Begrote onttrekking (2)

                   -

     4.000.000

                   -

                   -

                   -

Begrote toevoeging (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

                   -

     4.000.000

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

                   -

     4.000.000

                   -

                   -

                   -

Begrote baten programma (6)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

     4.000.000

                   -

                   -

                   -

                   -

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Op 18 december 2013 heeft Provinciale Staten besloten de Reserve financieringsfonds Drenthe in te stellen met als doel het Financieringsinstrumentarium Drenthe te ondersteunen.

Instellingsbesluit

Besluit PS Statenstuk 2013-600 d.d. 18 december 2013

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

E. Bos

Programma

Programma 2. Regionale economie

Product

Product 2.2. Versterken regionale innovatiekracht

Toelichting

Het Financieringsinstrumentarium Drenthe is in 2014 uitgewerkt en in 2013 is in totaal een bedrag € 17.000.000,-- in de reserve gestort. Hiervan is in 2014 een bedrag van € 13.000.000,-- onttrokken en overgemaakt naar het MKB-fonds Drenthe. Een aparte reserve is noodzakelijk, want op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het MKB-fonds Drenthe en worden deze niet gemengd met de middelen die al in de Reserve versterken economische structuur aanwezig zijn. Eind 2015 is nog een saldo van € 4 miljoen in de reserve aanwezig, naar verwachting wordt dat in 2016 ingezet, zodra in noordelijk verband duidelijkheid is over NOM-projects. Tot die tijd zal deze reserve blijven bestaan.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Voor 2015 was geen onttrekking gepland.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

In 2015 is niets onttrokken.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

060227

Reserve natuurbeleid

Verloop

2015

2016*

2017*

2018*

2019*

Saldo aanvang jaar (1)

    26.197.514

    34.169.468

    31.591.595

    35.860.680

    35.860.680

Onttrekking (2)

     6.368.712

     2.577.873

                   -

                   -

                   -

Toevoeging (3)

     6.346.500

                   -

     4.269.085

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

    31.750.890

    56.995.094

    51.635.094

    38.062.947

    38.062.947

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

    31.816.447

    56.995.094

    51.635.094

    38.062.947

    38.062.947

Begrote baten programma (6)

     2.297.500

     3.032.127

     4.269.085

                   -

                   -

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

    10.357.223

     3.032.127

     4.269.085

                   -

                   -

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

    34.169.468

    31.591.595

    35.860.680

    35.860.680

    35.860.680

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

De doelstelling van deze reserve is de programmatische aanpak van het nieuwe natuurbeleid voor de onderdelen natuurbeheer, ontwikkelopgave nieuwe natuur en Programmatische Aanpak Stikstof mogelijk te maken. De reserve is ingesteld bij het vaststellen van de jaarrekening 2013.

Instellingsbesluit

Jaarstukken 2013 d.d. 28 mei 2014

Portefeuillehouder

H. Jumelet

Teamleider

F. Voogd

Programma

Programma 7. Vitaal Platteland

Product

Product 7.4 Natuur en landschap

Toelichting

In de meicirculaire 2013 is een integratieuitkering aan de provinciefonds uitkering toegevoegd voor Natuur. Deze integratie-uitkering was het gevolg van de aanvraag van rijksmiddelen voor 4 grote natuurprojecten (icoonprojecten Bargerveen, Hunzedal, Reest en Drents-Friese Wold) alsmede voor projecten in het kader van de programmatische aanpak stikstof (PAS). Deze projecten moeten in de komende jaren worden uitgevoerd.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Het geplande saldo van baten € 31.750.890,-- en lasten € 2.297.500,-- bedroeg € 29.453.390,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De realisatie bedroeg € 31.816.447,-- aan lasten en € 10.357.223,-- aan baten. Het saldo bedroeg dus € 21.459.224,--. In totaal is dus € 7.994.166,-- gestort.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Wij verwijzen hiervoor naar de toelichting op programma-onderdeel 7.4.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

(*) Er heeft nog geen doorrekening voor een herziene planning van de resterende inkomsten en uitgaven plaatsgevonden naar de jaren 2016 en verder. De in hoofde vermelde cijfers zijn dus nog niet geactualiseerd. De doorrekening van de gevolgen van het opschuiven van de planningen en actualisatie van de resterende verplichtingen vindt in de eerste bestuursrapportage plaats.

060228

Reserve investeringsagenda

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

                   -

                   -

    45.000.000

    45.000.000

    45.000.000

Onttrekking (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoeging (3)

                   -

    45.000.000

                   -

                   -

                   -

Begrote lasten programma (4)

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

                   -

    45.000.000

    45.000.000

    45.000.000

    45.000.000

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

De reserve investeringsagenda heeft tot doel financiële dekking te verschaffen voor die plannen die worden uitgewerkt op basis van de investeringsagenda. Gezien de omvang van de afzonderlijke plannen en het feit dat daarover nog discussie met provinciale staten en de omgeving plaats zal vinden, zijn de plannen nu nog niet “in de tijd” en “op geld” gezet.

Instellingsbesluit

Begroting 2016 d.d. 11 november 2015

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

De reserve investeringsagenda wordt in 2016 op de volgende wijze gevoed:
• Het surplus van de Reserve voor algemene doeleinden boven de maximale stand van € 5 miljoen; € 14,5 miljoen.
• Het surplus van de Financieringsreserve boven de vastgelegde bodemstand van € 80 miljoen; € 15,5 miljoen.
• Vanuit de Financieringsreserve additioneel € 15 miljoen.

De ruimte is met het instellen en de voeding van de reserve investeringsagenda gerealiseerd. De uitwerking van de plannen zijn geagendeerd en worden de komende tijd nader uitgewerkt. Het geld wordt op basis van uitgewerkte plannen op basis van statenvoorstellen onttrokken aan de reserve.  Aan de reserve investeringsagenda wordt geen rente toegerekend.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

n.v.t.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

n.v.t.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

060229

Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

                   -

        250.000

                   -

        159.251

        818.502

Onttrekking (2)

                   -

        250.000

                   -

                   -

        340.749

Toevoeging (3)

        250.000

                   -

        159.251

        659.251

                   -

Begrote lasten programma (4)

     6.076.251

     4.550.000

     4.050.000

     5.050.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

     6.076.251

     4.550.000

     4.050.000

     5.050.000

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

        250.000

                   -

        159.251

        818.502

        477.753

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Egaliseren van de groot variabel onderhoud met betrekking tot wegen en vaarwegen.

Instellingsbesluit

Begroting 2016 d.d. 11 november 2015

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

G. Jansen

Programma

3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

3.3 Wegen en 3.4 Vaarwegen

Toelichting

De reserve is per 2016 ingesteld om schommelingen in het groot cyclisch onderhoud op te vangen op het gebied van wegen en vaarwegen. In deze reserve worden de overschoten van de jaarlijkse budgetten gestort en onttrokken wanneer deze budgetten te laag zijn in een bepaald jaar.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

In de 2e bestuursrapportage 2015 lieten de onderhoudsuitgaven voor wegen een onderschrijding zien van € 250.000,--. Deze middelen zijn gestort in de Egalisatiereserve  groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De storting is gerealiseerd.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

060230

Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

                   -

                   -

     2.129.756

     3.968.427

     5.957.395

Onttrekking (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoeging (3)

                   -

     2.129.756

     1.838.671

     1.988.968

     1.988.397

Begrote lasten programma (4)

    27.853.935

    28.442.708

    28.911.105

    29.362.349

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

    27.853.935

    28.442.708

    28.911.105

    29.362.349

Begrote baten programma (6)

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

                   -

     2.129.756

     3.968.427

     5.957.395

     7.945.792

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Egaliseren van de lasten met betrekking tot verkeer en vervoer, die voorheen werden gedekt via de Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer.

Instellingsbesluit

Begroting 2016 d.d. 11 november 2015

Portefeuillehouder

H. Brink

Teamleider

A. de Vries

Programma

3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Product

3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer)

Toelichting

Met ingang van 2016 is de specifiek uitkering Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer vervallen. In de plaats hiervan ontvangt de provincie een decentralisatie-uitkering verkeer en vervoer. Hiermee worden dit algemene middelen. Nu deze specifieke uitkering is vervallen kunnen fluctuaties in de uitgaven binnen dit onderdeel niet meer op de balans onder overlopende passiva Rijksmiddelen gereserveerd worden. Om toch ook in de toekomst de mogelijkheid te behouden fluctuaties te kunnen opvangen wordt voorgesteld deze reserve specifiek voor de budgetten openbaar vervoer, gedragsbeïnvloeding en infraprojecten in te stellen.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Nieuwe regeling per 1 januari 2016

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De regeling is door GS vastgesteld

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

072110

Voorziening spaarhypotheken

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     2.709.552

     2.622.866

     2.722.866

     2.822.866

     2.922.866

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

                   -

        100.000

        100.000

        100.000

        100.000

Aanwendingen (4)

          86.686

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

     2.622.866

     2.722.866

     2.822.866

     2.922.866

     3.022.866

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het veiligstellen van de door de provinciale medewerkers gespaarde bedragen ten behoeve van aflossing van hypothecaire geldleningen.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

J. Tichelaar

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.2. Personeel en organisatie   

Toelichting

De voorziening is in het leven geroepen om de gespaarde middelen van medewerkers met een spaarhypotheek te beheren. Per 1 januari 2007 is de hypotheekregeling opgeheven. Daardoor zal het aantal spaarhypotheken afnemen en op lange termijn ook de hoogte van de voorziening dalen. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat door premie-inleg het saldo de komende jaren nog zal toenemen. Door aflossing in verband met verkoop van woningen kan de voorziening in omvang afnemen, maar daar is geen rekening meegehouden omdat het effect hiervan niet in te schatten is. De stijging van het spaarsaldo heeft overigens voor de provincie geen gevolgen, omdat de voorziening gelijk is aan de schuldpositie. Meerjarig houden we daarom voorlopig rekening met een jaarlijkse stijging van het spaarsaldo van € 100.000,--.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Gepland was een premie-inleg van € 100.000,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Per saldo een onttrekking i.p.v. een storting van € 86.686,--.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Door ons verstrekte spaarhypotheken zijn deels afgelost, waardoor per saldo geen toevoeging is gerealiseerd.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

De voorziening blijft toereikend om aan de verplichtingen te voldoen.

083173

Voorziening groot onderhoud provinciehuis

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     1.139.785

     1.357.824

        530.860

        741.419

        803.098

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

        398.750

        398.750

        398.750

        398.750

        398.750

Aanwendingen (4)

        180.711

     1.225.714

        188.191

        337.071

        170.607

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

     1.357.824

        530.860

        741.419

        803.098

     1.031.241

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het provinciehuis (alsook de bestrating en omheining) en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

H.J. Schimmel

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.3. ICT en facilitaire zaken 

Toelichting

De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting op het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2022 zoals deze in de VJN 2011 is opgenomen. Op basis van het vernieuwde gebouwcomplex is door een extern bureau een onderhoudsplanning opgesteld voor 25 jaren (waarvan de laatste 15 jaar voorlopig zijn). In 2010 is het planmatige onderhoud vanwege de revitalisering van het provinciehuis deels opgenomen binnen het Programma Provinciehuis van Morgen. In 2011 is ook het overige (geplande) deel van het planmatig onderhoud uitgevoerd. De voorziening op basis van 25 jaar is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen. Omdat in 2014, 2022, 2027 en 2032 een aantal investeringsbudgetten beschikbaar komt, zijn deze in mindering gebracht op de jaarlijkse dotatie en kan de jaarlijks dotatie worden beschouwd voor een periode van 25 jaar op € 398.750,-- per jaar.

Doordat de onderhoudswerkzaamheden van een aantal daken en galerijen, het aanbrengen van de valbeveiliging en schilderwerk van dakopbouwingen zijn uitgesteld, wordt in 2015 veel meer besteed. De komende jaren zullen de planmatige onderhoudswerkzaamheden echter nog beperkt zijn doordat het gebouw in 2011 geheel gerenoveerd is.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Tuinonderhoud, Bijwerken buitenschilderwerk, Zonweringdoeken en motoren vervangen, Binnenriolering doorspoelen, Elektrische install. NEN 3140 keuring, Valbeveiliging vervangen, Goederenlift besturing & regeling verv. bouwdeel F, Terreinverlichting algemeen vervangen

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Tuinonderhoud, NEN 3140 keuring is opgestart, vindt plaats in 2016, Goederenlift bouwdeel F, besturing & regeling is uitgesteld, Terreinverlichting is vervangen door LED-verlichting, Bijwerken schilderwerk deels uitgevoerd en verdere uitvoering in 2016, Zonwering vervangen mogelijk op andere manier met screens in 2016, Valbeveiliging vervanging is uitgesteld.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

In 2015 zijn een aantal werkzaamheden niet uitgevoerd en/of doorgeschoven naar 2016. De reden hiervan is dat elk jaar kritisch naar de staat van het onderhoud wordt gekeken en waar mogelijk vanwege prioritering en kostenoverwegingen op lange termijn nog een jaar wordt uitgesteld.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Er is geen meerjarig effect. Voorziening t.b.v. uitgesteld onderhoud blijft staan en wordt later besteed.

083177

Voorziening groot onderhoud Drents Museum

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

        254.940

        276.622

        224.749

          32.184

          92.988

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

        103.277

        165.000

        165.000

        165.000

        165.000

Aanwendingen (4)

          81.595

        216.873

        357.565

        104.196

        180.785

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

        276.622

        224.749

          32.184

          92.988

          77.203

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het Drents Museum en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

H.J. Schimmel

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.3. ICT en facilitaire zaken 

Toelichting

Evenals bij het provinciehuis wordt bij het Drents Museum sinds 2002 gewerkt met een meerjaren-onderhoudsplan voor de gebouwen van het Drents Museum. De planning beslaat een periode van 25 jaar (waarvan de laatste 15 jaar voorlopig zijn). De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting van het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2022, zoals dit in de VJN 2011 is opgenomen. De nieuwe onderhoudsplanning voor de jaren 2012-2022 op basis van het vernieuwde gebouwcomplex is door een extern bureau opgesteld. Het reguliere bedrag voor toevoeging aan de voorziening is vastgesteld op € 165.000,--. Vanwege de uitbreiding en verbouwing van het Drents Museum in 2011 zijn (achterstallige) werkzaamheden gelijktijdig met de verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd. De voorziening op basis van 10 jaar is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen de eerstvolgende 10 jaar.

Na 2022 zal een substantiële verhoging van planmatige onderhoudskosten aan de orde zijn, omdat er voor het Drents Museum geen sprake is van vrijvallende investeringen in de berekende onderhoudsperiode van 25 jaar. Vooralsog wordt dan uitgegaan van een jaarlijks benodigde storting van € 379.427,- per jaar. In 2016 en de komende wordt er beperkt planmatig onderhoud uitgevoerd. Omdat het oude gebouw deels is gerenoveerd en de aanbouw een volledige nieuwbouw betreft zijn planmatige onderhoudskosten nog beperkt de komende jaren.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Zoeten/polijsten natuursteen nieuwbouw. Dakrenovatie hoofdgebouw en vervangen diverse lood en zinkwerken. Schuurbehandeling houtwerken daktuin.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Dakrenovatie hoofdgebouw en vervangen diverse lood en zinkwerken. Schuurbehandeling houtwerken daktuin. Brandmeldinstallatie Huize Tetrode is vervangen, deze is vervroegd.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Natuursteenbehandeling nog niet noodzakelijk en uitgesteld (€ 25.000,--).

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Er is geen meerjarig effect. Voorziening t.b.v. uitgesteld onderhoud blijft staan en wordt later besteed.

083180

Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V.

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

    10.082.285

     2.628.972

     2.628.972

     2.628.972

     2.628.972

Vrijgevallen bedragen (2)

     7.453.313

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Aanwendingen (4)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

     2.628.972

     2.628.972

     2.628.972

     2.628.972

     2.628.972

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Afdekking risico van nog af te wikkelen verplichtingen die voor rekening komen van de "vendors" van de aandelen Essent Holding N.V. aan RWE AG.

Instellingsbesluit

Jaarstukken 2009 d.d. 2 juni 2010

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

Deze voorziening is ingesteld na verkoop van Essent. Met RWE is overeengekomen dat de aandeelhouders een voorziening treffen ten laste van de verkoopopbrengst Essent. Het is mogelijk dat dan een gedeelte alsnog wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders, afhankelijk van het beroep dat op de voorziening moet worden gedaan vanwege nog af te wikkelen zaken. Indien alsnog tot uitkering wordt overgegaan, dan zal op dat moment de opbrengst in de begroting worden opgenomen. Het vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009,  EUR 800 mln. In april 2011 is het eerste deel van de General Escrow minus gemelde claims door RWE vrijgevallen en aan de aanhouders uitgekeerd. In het General Escrow Fonds resteerde tot 30 september nog een bedrag van EUR 440 miljoen, zijnde 2,28% van het totaal, voor de afwikkeling van claims van RWE als gevolgen van garantie en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven. Het General Escrow Fonds wordt belegd conform de FIDO/RUDDO-regels, die gelden voor decentrale overheden. De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims (die door RWE tot uiterlijk 30 september 2015 konden worden ingediend)  worden afgewikkeld. Op 1 oktober 2015 is een fatale datum voor het indienen van claims verlopen. Er blijkt tot aan die datum voor een totaal bedrag van € 113 miljoen aan claims te zijn ingediend. Deze claims worden nu beoordeeld. Het restant van € 327 miljoen is in 2015 vergevallen. Hierdoor kan € 7,45 miljoen (2,28% van € 327 miljoen) uit de Voorziening vordering op Verkoop Vennootschap BV vrijvallen. In lijn met het nieuwe College-akkoord en de vertaling daarvan in de Nota van aanbieding bij de Begroting 2016 is dit incidentele voordeel bij de Bestuursrapportage 2015 geheel ten gunste gebracht van de Financieringsreserve.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Een vrijval van € 7.453.313,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De begrote vrijval is gerealiseerd.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

n.v.t.

083181

Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

     8.486.610

     8.366.665

     8.306.665

     8.246.665

     8.186.665

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

        925.255

        290.000

        290.000

        290.000

        290.000

Aanwendingen (4)

     1.045.200

        350.000

        350.000

        350.000

        350.000

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

     8.366.665

     8.306.665

     8.246.665

     8.186.665

     8.126.665

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

De provincie is voor pensioenen van (ex-)gedeputeerden eigen risicodrager. Deze pensioenen zijn niet ondergebracht bij het ABP of een pensioenverzekeringsmaatschappij. De voorziening is ingesteld om ervoor te zorgen dat de opgebouwde pensioenrechten van (ex-)gedeputeerden ook daadwerkelijk kunnen worden betaald door de provincie.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2010 d.d. 10 november 2010

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

R. Kavsek

Programma

Programma 8 Middelen

Product

Product 8.2 Personeel en organisatie

Toelichting

De ingehouden pensioenpremies van de huidige gedeputeerden alsmede het werkgeversdeel pensioenpremie voor huidige gedeputeerden worden gestort in de voorziening. Aan de voorziening worden de daadwerkelijk betaalde pensioenen onttrokken. De voorziening is op peil om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Begroot is een jaarlijkse rentetoevoeging van €200.000,-- en daarnaast een verwachte premiestorting van € 90.000,--.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

De premiestorting is begroot op € 75.000,-- en de (rente)toevoeging op €850.000,--. De pensioenuitkering was begroot op € 350.000,--.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De premie storting bedroeg € 75.256,-- en de begrote (rente)storting €850.000,-- i.v.m. de actualisatie van het saldo. De storting is gedekt binnen de totale personele lasten. De betaalde pensioen/waarde-overdracht bedroeg € 1.045.201,--.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

In 2015 zijn wederom hernieuwde actuariële berekeningen uitgevoerd. Met het oog op de fondsvorming wordt thans gebruikgemaakt van de grondslagen van het ABP, zodat bij het te zijner tijd realiseren van de fondsvorming het bedrag voor overheveling naar ABP als voorziening op de balans staat.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

N.v.t.

083182

Voorziening groot onderhoud Depot Drents Museum

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

          50.384

          59.434

          64.377

          77.260

          90.114

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

          14.043

          14.043

          14.043

          14.043

          14.043

Aanwendingen (4)

            4.993

            9.100

            1.160

            1.189

            3.015

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

          59.434

          64.377

          77.260

          90.114

        101.142

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het Depot Drents Museum en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben.

Instellingsbesluit

Jaarstukken 2010 d.d. 23 mei 2011

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

H.J. Schimmel

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.3. ICT en facilitaire zaken 

Toelichting

Net als voor het provinciehuis en Drents Museum is op basis van een meerjaren-onderhoudsplan voor de gebouwen van het Depot Drents Museum in 2011 een voorziening aangemaakt. De planning beslaat een periode van 25 jaar. De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting op het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2036 zoals die in de 1e Bestuursrapportage 2011 opgenomen zijn. Het reguliere bedrag voor toevoeging aan de voorziening was vastgesteld op € 53.590,--. De voorziening is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen. Omdat in 2026 een investeringsbudget beschikbaar komt t.b.v. de installaties van het depot, is deze in mindering gebracht op de jaarlijkse dotatie en kan de jaarlijks dotatie worden verlaagd naar € 14.043,-- per jaar.

In 2016 en de komende jaren is veelal alleen dagelijks onderhoud van toepassing. Omdat het gebouw een nieuw gebouw betreft zijn planmatige onderhoudskosten (nog) maar beperkt aan de orde.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Waterinstallatie legionella risicoanalyse. Elektrische installatie NEN 3140 keuring.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

Betreft relatief nieuw gebouw met nog maar weinig planmatig onderhoud.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Door faillissement installateur (Imtech) zijn niet urgente werkzaamheden opgeschort naar 2016 (€ 6.300,--).

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Er is geen meerjarig effect. Voorziening t.b.v. uitgesteld onderhoud blijft staan en wordt later besteed.

083183

Voorziening financieel risico IAP Drenthe

Verloop

2015

2016

2017

2018

2019

Saldo aanvang jaar (1)

        695.516

        695.516

        695.516

        695.516

        695.516

Vrijgevallen bedragen (2)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Toevoegingen (3)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Aanwendingen (4)

                   -

                   -

                   -

                   -

                   -

Saldo einde jaar (1-2+3-4)

        695.516

        695.516

        695.516

        695.516

        695.516

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Afdekking risico van nog af te wikkelen claim n.a.v. een audit bij het SNN over het Innovatieve Actieprogramma Drenthe 2008-2010, waarbij een deel van de subsidiabele kosten is afgekeurd.

Instellingsbesluit

Jaarstukken 2012 d.d. 29 mei 2013

Portefeuillehouder

A. van der Tuuk 

Teamleider

E. Bos

Programma

Programma 8. Middelen

Product

Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen

Toelichting

Deze voorziening is ingesteld omdat na een audit bij het SNN bij het Innovatieve Actieprogramma Drenthe 2008-2010 een deel van de subsidiabele kosten is afgekeurd. Het risico hiervoor ligt bij de provincie. De definitieve correctie door SNN moet nog plaatsvinden. In afwachting hiervan is deze voorziening van € 1.088.000,-- ten laste van het Innovatieve Actieprogramma Drenthe gemaakt. In 2013 zijn werkzaamheden uitgevoerd die hebben geresulteerd in een aangepaste einddeclaratie, waardoor een deel van de voorziening daadwerkelijk aangesproken is. In totaal is toen een bedrag van € 392.000,-- ten laste van de voorziening gebracht. Ondanks dat wij staan voor de huidige einddeclaratie en deze ook definitief hebben ingediend bij het SNN loopt de provincie volgens ons het risico dat SNN dan wel de rijksaudit autoriteit toch niet akkoord gaat met het volledige subsidiabel zijn van de einddeclaratie. Voorzichtigheidshalve handhaven wij daarom nu de voorziening om later niet alsnog opnieuw een verlies te moeten nemen. Zodra de einddeclaratie door het SNN is vastgesteld, dat zal naar verwachting eind 2015 gebeuren, zal het saldo van de voorziening ten gunste van de Reserve versterking economische structuur komen.

Inhoudelijke en financiële toelichting

Wat was in 2015 gepland?

Dat SNN met haar eindafrekening zou komen.

Wat is in 2015 gerealiseerd?

De afrekening van SNN is nog niet ontvangen.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

De Audit Autoriteit heeft haar oordeel nog niet gegeven.

Wat is het het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen?

Na vaststelling door SNN (inclusief AA) kan de voorziening vervallen of dient er (deels) van de voorziening gebruik gemaakt te worden.